zondag 1 juni 2014

Van Priorat naar Jerez.

Eindelijk is het zover. Zondag om 12.00 geland op Reus. De motor is nogal stoffig maar start vlot.
stoffig
Vals de Pauls
Door de verlate aankomst niet
Priorat
echt tijd om uitgebreid Priorat te bezoeken. Na de lunch een tochtje in de buurt: Les vals de Pauls.
Voor het eerst dit jaar over dirt roads. De afstand naar
Jerez is te groot om caminos de cabras ('geitenpaadjes') te nemen en de route zal vrijwel geheel over asfalt gaan.
met de pont over de Ebro
Maandag vrij vroeg uit Miravet vertrokken voor de 1e etappe naar Valencia. Met de pont de Ebro over en in Ulldecona op het plein koffie gedronken evenals een stuk of 50 Spanjaarden. Wat een herrie. Na de lunch is mijn broer Fritz omgekeerd en ben ik alleen doorgereden naar Valencia. Onderweg is het voor Spaanse begrippen koel. Blij dat ik een pak aan heb. In Valencia is het net zomer. Als ik aankom is mijn vriendin Carmen is nog aan het werk. De buurman geeft me de sleutel zodat ik kan douchen en met normale kleren de stad in kan. Op Plaza de la Reina bij Valor chocola gekocht en een horchata gedronken. Later met Carmen in de stad nog een biertje gedronken en 's avonds op de veranda tot laat gegeten.
Utiel-Requena
De volgende etappe is met ca. 400 km de langste. Precies weet ik het niet want mijn km teller heeft het begeven. Het eerste stuk gaat over de snelweg en valt eigenlijk mee. Het is me een raadsel waarom ze hier snelwegen hebben. Wat een land. Snelwegen zonder auto's, vliegvelden zonder vliegtuigen en steden waar geen mens woont.... Zal het te maken hebben met crisisbestrijding / werkverschaffing?
Ubeda Hospital de Santiago
Vanaf Requena weer een secundauire weg. Toch leuker. Jammer dat ze dit soort wegen verbreden en rechttrekken. Door vangrails en hekken wordt de afstand tot omgeving veel groter. Bovendien verdwijnen de lekkere bochtjes en de wisselende panorama's. Verder langs Albacete en Alcaraz. Een prachtig oud stadje waar helaas op dinsdagmiddag niets te eten is en ik er erg aan toe ben. Verderop
komt het in een wegrestaurant toch nog goed.
Hospital de Santiago
Ubeda 
Ubeda 
Gazpacho op z'n Portugees, dus niet gepureerd maar met flinke stukken. Dan is het nog maar een klein stukje naar Andalucía. Om een uur 4 in Úbeda en uren door de stad gelopen. Prachtig en weinig toeristen. Terug in het hotel was ik te moe om weer het centrum in te gaan en koos ik voor de 1e de beste Tapasbar tegenover het hotel. In Úbeda krijg je bij ieder drankje een tapa naar keuze en een van het huis. Ik had een Manzanilla, Rueda en Ribera del Duero. Alle drie per glas en van een niveau waar je in Nederland alleen van kunt dromen. Bocerones en vinagre, olijven, mini garnalen, tonijn, ham en amandelen alles even vers en smakelijk. totaal € 8.70. Wat een land!
De volgende morgen vroeg op om op tijd in Córdoba aan te komen. Helaas, regen. De bui afgewacht maar om 12.00 toch maar vertrokken. Bij 80 km/u voelen de regendruppels als hagelstenen in je gezicht. Grote stukken met mijn hand voor mijn gezicht gereden maar
Cordoba
bij krachtige wind stuurt dat ook niet heel lekker. Elke dag touwens vrij krachtige wind tegen gehad, zodat het bij 80km/u voelt als 120. Op een ouwe motor zonder kuip waarop je rechtop zit, best vermoeiend. Na Baeza ging de regen over in buien en na Jaen klaarde het op. Via secundaire wegen A316 en N432 naar Cordoba. Een van de weinige interessante Spaanse steden die ik nog nooit had bezocht. 's Middags de hele binnenstad en het Alcázar bezocht. 's Avonds Tapas, natuurlijk Salmorejo!
Alcazar
De volgende morgen voor vertrek naar de Mezquita. tussen 8.30 en
9.30 gratis, maar vooral fijn dat er dan geen groepen met schreeuwende gidsen in mogen. Je kunt er blijven dolen tussen de ontelbare pilaren
en bogen. Steeds is het perspectief weer anders en steeds lukt het niet om het op de foto vast te leggen. Een ongeëvenaarde ervaring.
Mezquita
De laatste etappe was ook de mooiste. Tot Ecija over de snel weg. Goed te doen, zoals altijd geen
Sentenil
proeverij EMS
verkeer en vrij veel bochten en niveauverschillen. Binnendoor naar Osuna waar ik bij een tankstop alle kleren die ik bij me had, heb aangetrokken. Wat kan het in Andalucla koud zijn in mei! De lunch had ik gepland in Sentenil de las Bodegas, niet alleen tegen maar ook onder de rots geplakt. het laatste stukje van Torre-Aháquime naar Sentenil was zowel voor motor als berijder een top ervaring. Na Sentenil werd het nog beter. Prachtige route langs Ronda, Grazalema en Arcos over bergwegen vol heerlijke bochten. Vanaf Arcos het laatste
stukje over de snelweg naar Jerez. In de stad viel het nog niet mee de bodega te vinden. Ik loop er zo naar toe, maar bijna alles is
Vinoble
eenrichtingverkeer. Vrijdag op de bodega mail en voorraden gecheckt en zaterdag een proeverij Van El Maestro Sierra met food-pairing en Flamenco. Op de avond van de Champions League kun je in Jerez gewoon een processie zien. Zondag begon de beurs. Vinoble was altijd mijn favoriete beurs. Een mooiere locatie dan het Alcázar kun je je niet voorstellen. Veel stands staan in de tuin en hebben een dak van textiel. Niet tegen de regen maar tegen de zon. Vergeleken met eerdere jaren was de beurs vrij klein en minder internationaal. Jammer. Nog wel een paar aardige proeverijen van Palo Cortado's bezocht. Dinsdag rustig met de trein naar Sevilla voor de vlucht naar huis. In Nederland was het erg groen, regenachtig en koel.





dinsdag 16 april 2013

bericht uit Rioja





Zondag om 4.00 opgestaan om vanaf Charleroi naar La Rioja te vliegen voor een studiereis met 21 vinologen. Op weg naar Logroño bezoeken we Bodegas Langa in Catalayud. 
Cesar Langa snijdt de ham
We worden ontvangen door César Langa. De wijnen zijn goed gemaakt en levendig. De meeste indruk maakt Π (Pi) een wijn van een wijngaard van 3,1416 ha. gemaakt van de Consejon druif (nooit van gehoord). Waarschijnlijk de enige wijngaard ter wereld waar deze druif staat aangeplant. Buiten gelunched. Lamskoteletjes geroosterd op het vuur van oude druivenstokken en ook nog traditionele zang en dans. Top!

Zondagavond in Logroño pinchos (tapas) gegeten in de Calle Laurel. Daar zitten 50(!) Pinchobars naast elkaar
50 pinchobars
 die allemaal 1 ‘signature’ Pincho maken. Om het overzicht te houden krijgen we een gidsje mee met alle tentjes en hun specialiteit. De Pinchos en wijnen zijn meer dan uitstekend en gênant goedkoop. Een must als je in de buurt bent.
Rioja is het bekendste Spaanse wijngebied en een van de weinige die in het hele land bekend is. De komst van de Phylloxera in Bordeaux heeft Rioja een grote impuls gegeven. De wijnen stonden lang bekend als klassiek met (te?) veel Amerikaans eiken. Op dit moment gebeurt er veel in het gebied. De bodegas lijken op zoek naar een balans tussen identiteit en moderniteit. Simplistisch gezegd, de keuze tussen (Amerikaans) eiken en fruit loopt als een rode :-) draad door de hele reis.

Gustave Eiffel
Maandag begint het echte werk. Drie bodegas op het programma, alle in Haro. De bodega’s liggen op loopafstand van elkaar en van het Station, dat in de 19e eeuw zorgde voor de ontsluiting van de regio. Cune was de eerste. De schoonheid van de bodega, in beide betekenissen, valt meteen op. Al in de 19e eeuw was er veel aandacht voor architectuur. De bodega zonder pilaren met een voor die tijd onwaarschijnlijke oppervlakte is ontworpen door Gustave Eiffel.

Muga
eigen kuiperij
Muga is een bodega waar klassiek gewerkt wordt. Geen RVS te zien en alle vaten worden in huis door de eigen kuipers gemaakt, indrukwekkend. De proeverij ging geruisloos over in de lunch bij openhaardvuur. Hoewel ik geen fan ben van witte Rioja heb ik het glas witte Muga met plezier leeggedronken. Mijn favoriet was Prado Enea Gran Reserva. Roda was de laatste Bodega van de dag. Modern concept tot in detail uitgevoerd. De Malolactische gisting wordt gestuurd dmv vloerverwarming. Mooie wijnen met veel fruit en lengte, maar voor mij net iets te weinig Rioja.

Dinsdagochtend naar Marqués de Murrietta. Wij waren de eerste bezoekers sinds de nog niet helmaal afgeronde verbouwing (met dank aan Rudolf Nipius) Hier wel vergisting in RVS en ondanks lange rijping op hout is de balans mooi.

Campo Viejo is de volgende. De ontvangst is relaxed: We beginnen met koffie.
Campo Viejo
De vergistingtanks en de vatenopslag zijn overweldigend (70.000 vaten) Bij deze bodega maken ze niet alleen wijn, maar ze zijn ook bezig om Rioja
70.000 vaten
relevant te maken voor de volgende generatie. Niet alleen een mooi inkijkje in de bodega maar ook in de strategie. El Pison van Artadi is de eerste biodynamische wijngaard die ik ooit bezocht heb. Dat zal mijn moeder die zich al 10-tallen jaren laat leiden door de zaai- en werkkalender van Steiner goed doen.
El Pison
De bevlogenheid is hartverwarmend. De wijnen zijn elegant en complex, toch bekruipt me de angst dat ik ze in een blindproeverij niet als Rioja zou herkennen.


De laatste dag heeft een topprogramma voor

vinologen, maar voor architectuur freaks zou het ook een topdag zijn. Ik begin bij Ysios met het vooroordeel dat het bij zo’n bijzondere bodega meer om het uiterlijk dan om de wijnen zou gaan. Dat valt mee. De door Santiago

Calatrava ontworpen bodega is prachtig en schoon als een kerncentrale. Ook hebben ze conische vergistingstanks die ik tot dan toe alleen bij Qta. da Romaneira in de Douro zag. De wijnen hebben een mooie balans. Het hout is prima geïntegreerd en ze hebben lengte. De volgende stop is Loa. De bodega doet me denken aan de Engelenburcht en de kelder aan de ‘Catedrales’ van Jerez. De bodega is hagelnieuw en leeft nog niet echt. Ja hoor, ook hier hebben ze conische tanks! De 2e wijn, Spes is voor mij een top Rioja. Loa zou ook een hele mooie Ribera del Duero kunnen zijn.

We sluiten in stijl af bij Marqués de Riscal.
Marques de Riscal
De Marques kijkt toe
De nieuwe Bodega van Frank Gehry schittert letterlijk in de zon die zich op de laatste middag eindelijk laat zien. Na de lunch in het nieuwe gebouw bezoeken we de oude bodega waar van alle jaargangen nog flessen liggen, als ik goed heb opgelet vanaf 1860. De kurken zijn zo ver heen dat de flessen met een Porttang worden geopend (bij ons bezoek blijven ze dicht) De proeverij onder het toeziend oog van de Markies is mooi, maar de vermoeidheid begint toe te slaan.

Na 2 ½ uur met de bus, 2 ½ uur vliegen en nog 2 ½ naar huis rijden zit een mooie en leerzame reis er weer op.

Bezoek ook mijn site www.flordelvino.nl met info over Portugese wijnen.
















dinsdag 20 november 2012

Bericht uit Beaune

Zelfs als Portugal specialist en Sherryliefhebber maar vooral als wijnprofessional kun je natuurlijk niet om Frankrijk heen. Het was dan ook een eer om te worden uitgenodigd voor de 152e jaarlijkse verkoop van de wijnen het Hospice de Beaune.
Het Hospice bezit een aantal topwijngaarden in de Bourgogne die sinds de 15e eeuw aan het Hospice zijn geschonken door vermogende particulieren. De 3e zondag van november worden de nog zeer jonge wijnen van deze wijngaarden geveild. De vrijdag er voor bestaat de mogelijkheid de wijnen te proeven

Donderdagochtend vroeg vertrokken met Bourgogne specialist Wim Huinck. In Roermond nog wat wijn afgeleverd en vervolgens met veel mist en weinig verkeer naar Beaune gereden.

'schenkglas'

Ingechecked in het hotel en te voet naar La Compagnie des Vins d’Autrefois voor het aperitief. De wijnen waren stuk voor stuk te mooi om uit te spugen… ach, je moet op zo’n moment de balans vinden tussen ‘éducation’ en ‘plaisir’. De mooiste witte wijn werd gedecanteerd in een groot glas met een schenktuitje, nooit eerder gezien. Er kwam ook nog een Beaujolais (Villages) nouveau voorbij, het was immers de 3e donderdag van november. Die had ik in geen jaren gedronken en ja, er blijken wel degelijk smakelijke te zijn.
menu Caveau des Arches
Beaune is een historische maar kleine stad. In een paar minuten liepen we naar het restaurant Caveau des Arches van Marc Gantier http://www.dailymotion.com/video/x91gv2_en-cuisine-avec-marc-gantier-du-cav_school#.UKqVsWcYvYU
Mooi diner met prachtige wijnen, uiteraard allemaal uit de streek. Gelukkig hoefden we alleen de straat over te steken om weer veilig bij het hotel te komen.


buiten in de rij
Vrijdag was de dag van de proeverij. Eerst een ‘petit déjeuner Bourguignon’ (soesjes en witte Bourgogne) en vervolgens met de bus naar de Nouvelle Cuverie des Hospice de Beaune. Het doet een beetje aan Disneyland denken. Je staat ongeveer een uur buiten in de rij om in de tent te komen. Als je dan in de tent bent, sta je een half uur in de rij om bij de ingang te komen, waarna je nog een paar minuten moet wachten voor je de kelder in mag.
in de cuverie
Er kunnen maar 600 man tegelijk in de kelder en er zijn aanmerkelijk meer belangstellenden dan dat. Uiteindelijk wordt het wachten ruimschoots beloond. In de kelder loop je langs de verschillende vaten en krijg je de wijnen direct uit het vat te proeven.


Eerst 30 rode en daarna 13 witte, het schijnt al sinds mensenheugenis in die volgorde te gaan. Vrijwel allemaal 1er en grand cru’s. Sommige zijn nog erg gesloten en stroef terwijl andere al redelijk drinkbaar zijn. De kunst is om te beoordelen welke wijnen over een of enkele jaren het mooist zullen zijn. Waarschijnlijk niet de wijnen die me nu het beste bevielen. Mijn favoriete rode (Beaune 1er cru, Maurice Drouhin) zou zondag op de veiling € 6000 per vat opbrengen, niet extreem veel. En mijn favoriete witte (Meursault-Genevrieres 1er cru, Baudot) bracht ruim € 12.000 per vat op. De totale opbrengst was bijna € 6 mln., een record. Van de crisis is dus weinig te merken behalve dat het aantal buitenlandse bezoekers wat lager was dan voorgaande jaren. Wat zou het mooi zijn om de wijnen nog een keer te proeven als ze op dronk zijn en de proefnotities van nu er naast te leggen.
Dejeuner des Vignerons 
‘Le dejeuner des vignerons’ was op Château de Santenay. Een uitgebreide traditionele lunch van 6 gangen en maar liefst 17 wijnen, de meeste in magnum.
de meeste in Magnum
Geen wonder dat de lunch tot lang na het invallen van de duisternis duurde en dat de Fransen hun reserves wat lieten varen. Een van de gasten sprong onder luid gejuich op tafel om enkele nummers van Johnny Hallyday te vertolken.
Vervolgens in Beaune nog een proeverij met muziek in de kelder van Jaffelin. Het dîner de fruits de mer hebben we, zeer tegen de gewoonte in, maar overgeslagen.

"Johnny Hallyday"

Zaterdag een rondleiding en laatste proeverij bij Vincent Girardin. Aan de hand van vier witte en twee rode topwijnen werd de invloed van ‘terroir’ nog eens duidelijk gemaakt. Voor de lunch terug naar Nederland, weer door de mist. Het was een aangenaam en leerzaam weekend.

woensdag 30 mei 2012

Bericht uit de Dourovallei

Zojuist ben ik begonnen met de import van de wijnen van Quinta da Romaneira. Een goede gelegenheid om de prestigieuze Quinta samen met Wim Huinck te bezoeken. We waren op tijd in Eindhoven maar door de drukte bij de veiligheidscontrole arriveerden we pas bij de gate toen die al was gesloten. We konden nog net mee, toch nog even stress.
De reis per trein is relaxter dan met een huurauto en er is een directe metroverbinding van het vliegveld naar station Campanhã.
 
met de trein naar Pinhao

De treinreis is een belevenis. Direct buiten Porto rijd je al tussen de wijngaarden. De druiven hier zijn meestal wit en er wordt geen Port maar Vinho Verde van gemaakt. De spoorlijn loopt aanvankelijk ruim ten noorden van de Douro. Pas na ca. 100 km volgt het spoor de Douro en krijg je steeds meer het idee dat je in het portgebied zit. Het grootste deel van het traject is enkelspoor en er wordt veel gestopt, soms om een trein uit tegengestelde richting te laten passeren. In Régua hadden we een kwartier om over te stappen op de trein naar Pinhão. Eigenlijk te kort om een bezoek te brengen aan Castas e Pratos (druivenrassen en schotels)  http://www.castasepratos.com/ een leuke trendy wijnbar in het voormalige goederenstation. Jammer dat we niet de tijd hadden om hier rustig een 2e glas te drinken.
Voorbij Régua begint de Cima Corgo, Het gebied waar de bekendste Quinta’s en de mooiste wijngaarden liggen. In Pinhão is weinig te doen. Het station heeft prachtige tegeltableaus en sinds kort een wijnmuseum/winkel. Bijzonder is dat je vanaf het perron met een trap naar de bibliotheek van het Vintage House Hotel kunt. We gingen naar Wine Bar LBV ’79. Het was eigenlijk meer een portbar. Het portassortiment was ruim en liep tot Taylor’s Scion van € 5.000 per fles! De enige onversterkte witte wijn was de huiswijn die de frisheid die wij graag hebben, miste.
Vervolgens met de taxi naar Romaneira. Een ritje van 20 minuten over bochtige wegen. Als je bijna wagenziek bent, passeer je net de toegangspoort maar vervolgens duurt het nog bijna 7 km voor je bij de quinta bent. De quinta ligt aan een bocht in de Douro en wordt geëxploiteerd als hotel: ‘Maison des reves’ en dat is het ook echt.   
Er is geen eetzaal, de maaltijden worden aan individuele tafels geserveerd die op de mooiste plekjes staan. Je eet nooit twee keer op de zelfde plek.
de Quinta vanuit de wijngaard gezien
   
en vanaf de oude winery



 Op het hotel is niets aan te merken behalve dat de handdoek zo groot en dik is dat je moet oppassen om je rug niet te blesseren als je hem oppakt.
ontbijt op de Quinta

Donderdag na het ontbijt met o.a. honing en sinaasappelsap van eigen grond ontmoeten we Antonio Agrellos. Antonio is in Portugal meerdere keren uitgeroepen tot wijnmaker van het jaar en hij heeft met 3 van zijn wijnen 100 punten gescoord. Samen met General Manager Christan Seely startte hij in 2005 de bouw van een geheel nieuwe winery. De ambitie was om de ideale winery te bouwen om het bijzondere terroir van Romaneira in de wijn tot uiting te laten komen. Sinds 2007 is de winery in bedrijf en sindsdien heeft Romaneira al diverse onderscheidingen in de wacht gesleept.
 
Socalcos
 
ook als je niet van wijn houdt...

De wijngaarden van Romaneira behoren alle tot de A-categorie. Men zegt ter plaatse dat de beste wijngaarden uitkijken op de Douro. Met een rivieroever van bijna 3 km is dat voor alle wijngaarden van Romaneira het geval. De wijngaarden bestaan deels uit Socalcos, de traditionele terrassen met stenen muurtjes. De meest aangeplante druiven zijn de traditionele lokale blauwe rassen Touriga Nacional, Touriga Franca, Tinta Cao en Tinta Roriz. Traditionele witte druiven zijn Gouveio, Malvasia Fina en Viosinho. Deze zijn op de toppen van de heuvels aangeplant om te profiteren van de iets koelere omstandigheden.
De wijngaarden zijn steil en alle werkzaamheden worden handmatig gedaan. De opbrengsten zijn laag, 30-35 hl/ha. De wijnen van Romaneira kunnen dus niet goedkoop zijn.
vergistingstanks
RVS lagares
Na het bezoek aan de wijngaard is de winery aan de beurt. Hier is kosten noch moeite gespaard. Veel RVS en speciaal ontworpen conische vergistingstanks met zowel binnen als buiten koelspiralen. De winery is voor 2/3 onder de grond gebouwd. Naast het esthetische aspect heeft dit ook een groot voordeel voor de temperatuurbeheersing. Temperatuurbeheersing is een belangrijk aspect. Zo zijn de lagares waarin de druiven met voeten getreden worden niet van graniet maar van RVS zodat de temperatuur gecontroleerd kan worden.

Uiteindelijk gaat het natuurlijk om de wijnen die we in de winery hebben geproefd. Zoals gebruikelijk in Portugal zijn de wijnen blends van verschillende rassen. Opvallend was de wijnen veel concentratie hebben en toch elegant zijn. De alcohol is niet prominent aanwezig en hoewel de wijnen vrij jong zijn, zijn ze volledig op dronk, waarbij de reserva nog baat zou kunnen hebben bij wat lucht.

Quinta da Romaneira wit 2011
Bleekgeel, fris, appel, elegant, mineralig en harmonieus met een vrij lange afdronk
60% Malvasia Fina, 40% Gouveio
Sino da Romaneira 2008
Helderpaars, fris met fruit en zachte tannines, vrij lange afdronk
40% Touriga Nacional, 30% Touriga Franca, 30%Tinta Roriz
Quinta da Romaneira rood 2008
dieppaars, pruimen en gedroogd fruit, ronde tannines, vrij lange afdronk
60% Touriga Nacional, 40% Touriga Franca
Quinta da Romaneira reserva 2008
dieppaars, pruimen en kersen, concentratie, vol, lange afdronk
50% Touriga Nacional, 40% Touriga Franca, 10% Tinta Cão

klik voor meer info op:




  



zaterdag 31 december 2011

Bericht uit Gran Canaria

Na een voorspoedige reis realiseer ik me dat het eerste keer in 30 jaar is dat ik een echte toeristenbestemming in Spanje bezoek. De eerste indruk valt niet tegen. Het weer is ‘s zomers en de sfeer is apart. Het is niet echt uitgestorven maar omdat het geen hoogseizoen is zijn we zo’n beetje de jongste bezoekers. Dat is de laatste jaren meestal anders. De locals zijn super vriendelijk, echt hartverwarmend en heel goed te verstaan. Het accent lijkt veel op dat in Andalusië alleen spreken ze hier wat langzamer. Je zit hier immers dichter bij Afrika dan bij Europa. In de bars en op de radio wordt veel Mexicaanse en Cubaanse muziek gedraaid, het voelt alsof Europa ver weg is. Ook zijn er Portugese invloeden, vooral in de wijnsector. Er zijn veel Portugese druivenrassen en snoeimethoden en werkelijk overal staat Mateus op de kaart.
Museo Canario
Casa Colon
Zondag zijn we naar de oude binnenstad van Las Palmas geweest. Museo Canario (aardig) Casa de Colón (de moeite waard). Vanaf Gran Canaria was het voor Columbus maar 2 maanden naar de nieuwe wereld, mooi een maand minder dan vanaf het vaste land. De tip voor Las Palmas is Casa Museo Pérez Galdós, het geboortehuis van de bekendste schrijver van de Canarias. Ik had nog nooit van hem gehoord maar gelezen dat een bezoek aan het museum interessant was. Het was top. We waren om 13.00 de eerste (en laatste) bezoekers en kregen een privé-rondleiding van een uur. Het huis staat vol met door Galdós ontworpen meubels en objecten die een rol in zijn leven hebben gespeeld. Ondanks dat we maar met z’n tweeën waren kregen we een zeer uitgebreide en boeiende rondleiding, helaas mochten we geen foto's maken.
Maandag vanuit ons appartement in San Augustin naar Playa del Inglés, het centrum van het massatoerisme gelopen. Dit Spanje kende ik eigenlijk niet. Dinsdag via het zuiden het binnenland in. Ontbeten in Arguineguín waar een Noorse apotheek(!) zit ingeklemd tussen 2 Noorse bars. De zuidkant van het eiland is onwaarschijnlijk droog en dor en het lijkt er altijd te waaien.
Roque Nublo
binnenland
Naarmate je hoger komt neemt in tegenstelling tot wat je gewend bent de begroeiing toe, het aantal toeristen af en wordt het steeds leuker. In het binnenland de Roque Nublo beklommen en 's avonds aan de kust gedineerd. Als voorgerecht Ropa Vieja met Pulpo, nooit gezien op het vaste land. Een andere locale specialiteit is Gofio, een gerecht van meel van geroosterde maiskolven met kruiden en visbouillon. Qua structuur en kleur vergelijkbaar met bruine bonensoep en even vullend. Als hoofdgerecht verschillende mij onbekende gebakken vissen, puur en smakelijk.
leche y leche
Woensdag in de buurt gebleven en koffie gedronken met lokaal gebak ‘Matahambre’ J. De koffie is trouwens de slechtste van Spanje, solo is echt niet lekker. Con leche gaat maar het beste is nog ‘leche y leche’. Dat bestaat uit drie lagen. Onderin gecondenseerde melk, in het midden koffie en bovenop melkschuim. De zoetheid en structuur van de gecondenseerde melk verhullen de smaak van de koffie. Het leidingwater is gemaakt van zeewater, waarschijnlijk is de koffie daarom zo vies. In het appartement doen we mineraalwater in het espressoapparaat, dat is prima.
’s Middags gewandeld in de Dunas de Maspalomas, een mini woestijn aan de zuidkust.
Dunas de Maspalomas
Iets buiten het toeristencentrum ‘canaries’ geluncht, Pulpitos con mojo verde en een stoofschotel van geit.
Belen de arena

Donderdag het Noorden bezocht. Belen de arena, zandsculpturen op Playa de las Canteras in Las Palmas, Grotschilderingen in Gáldar en bergdorpjes Artenara en Tejeda. De afstanden zijn niet groot maar over de bergweggetjes schiet het niet erg op. Na 360 km 18(!) ltr getankt voor € 18(!), nog voordeliger dan LPG thuis. Wijn en wijntoerisme waren teleurstellend. Bij ieder restaurant vroegen we om lokale wijn, maar de blikken van de bediening zeiden meer dan 1000 woorden. Een keer stond er een wijn van Fuerteventura op de kaart. Een witte uit 2010 maar de zuren lagen er zo dik bovenop dat hij wel aangezuurd moest zijn en niet op een elegante manier. Een dag geprobeerd een wijnroute te doen in Monte Lentiscal. Het Casa Museo del Vino in Santa Brígida zag er van buiten mooi uit maar binnen was niets te zien of te proeven. We kregen het advies om de bodega’s vooraf te bellen maar nergens werd de telefoon opgenomen. De Bodega’s die langs onze route lagen, waren onvindbaar of hadden de poort hermetisch gesloten, jammer. Gelukkig is er in de regio heel wat te zien.
Pulpito con mojo verde
Jardin Botanico
Jardin Botanico
De Jardín Botánico heeft bijzondere collectie cacti en hoewel het hartje winter was stond er heel wat in bloei. De Bandama krater en bergdorp Teror zijn de moeite van een bezoek zeker waard.

Teror