zaterdag 31 december 2011

Bericht uit Gran Canaria

Na een voorspoedige reis realiseer ik me dat het eerste keer in 30 jaar is dat ik een echte toeristenbestemming in Spanje bezoek. De eerste indruk valt niet tegen. Het weer is ‘s zomers en de sfeer is apart. Het is niet echt uitgestorven maar omdat het geen hoogseizoen is zijn we zo’n beetje de jongste bezoekers. Dat is de laatste jaren meestal anders. De locals zijn super vriendelijk, echt hartverwarmend en heel goed te verstaan. Het accent lijkt veel op dat in Andalusië alleen spreken ze hier wat langzamer. Je zit hier immers dichter bij Afrika dan bij Europa. In de bars en op de radio wordt veel Mexicaanse en Cubaanse muziek gedraaid, het voelt alsof Europa ver weg is. Ook zijn er Portugese invloeden, vooral in de wijnsector. Er zijn veel Portugese druivenrassen en snoeimethoden en werkelijk overal staat Mateus op de kaart.
Museo Canario
Casa Colon
Zondag zijn we naar de oude binnenstad van Las Palmas geweest. Museo Canario (aardig) Casa de Colón (de moeite waard). Vanaf Gran Canaria was het voor Columbus maar 2 maanden naar de nieuwe wereld, mooi een maand minder dan vanaf het vaste land. De tip voor Las Palmas is Casa Museo Pérez Galdós, het geboortehuis van de bekendste schrijver van de Canarias. Ik had nog nooit van hem gehoord maar gelezen dat een bezoek aan het museum interessant was. Het was top. We waren om 13.00 de eerste (en laatste) bezoekers en kregen een privé-rondleiding van een uur. Het huis staat vol met door Galdós ontworpen meubels en objecten die een rol in zijn leven hebben gespeeld. Ondanks dat we maar met z’n tweeën waren kregen we een zeer uitgebreide en boeiende rondleiding, helaas mochten we geen foto's maken.
Maandag vanuit ons appartement in San Augustin naar Playa del Inglés, het centrum van het massatoerisme gelopen. Dit Spanje kende ik eigenlijk niet. Dinsdag via het zuiden het binnenland in. Ontbeten in Arguineguín waar een Noorse apotheek(!) zit ingeklemd tussen 2 Noorse bars. De zuidkant van het eiland is onwaarschijnlijk droog en dor en het lijkt er altijd te waaien.
Roque Nublo
binnenland
Naarmate je hoger komt neemt in tegenstelling tot wat je gewend bent de begroeiing toe, het aantal toeristen af en wordt het steeds leuker. In het binnenland de Roque Nublo beklommen en 's avonds aan de kust gedineerd. Als voorgerecht Ropa Vieja met Pulpo, nooit gezien op het vaste land. Een andere locale specialiteit is Gofio, een gerecht van meel van geroosterde maiskolven met kruiden en visbouillon. Qua structuur en kleur vergelijkbaar met bruine bonensoep en even vullend. Als hoofdgerecht verschillende mij onbekende gebakken vissen, puur en smakelijk.
leche y leche
Woensdag in de buurt gebleven en koffie gedronken met lokaal gebak ‘Matahambre’ J. De koffie is trouwens de slechtste van Spanje, solo is echt niet lekker. Con leche gaat maar het beste is nog ‘leche y leche’. Dat bestaat uit drie lagen. Onderin gecondenseerde melk, in het midden koffie en bovenop melkschuim. De zoetheid en structuur van de gecondenseerde melk verhullen de smaak van de koffie. Het leidingwater is gemaakt van zeewater, waarschijnlijk is de koffie daarom zo vies. In het appartement doen we mineraalwater in het espressoapparaat, dat is prima.
’s Middags gewandeld in de Dunas de Maspalomas, een mini woestijn aan de zuidkust.
Dunas de Maspalomas
Iets buiten het toeristencentrum ‘canaries’ geluncht, Pulpitos con mojo verde en een stoofschotel van geit.
Belen de arena

Donderdag het Noorden bezocht. Belen de arena, zandsculpturen op Playa de las Canteras in Las Palmas, Grotschilderingen in Gáldar en bergdorpjes Artenara en Tejeda. De afstanden zijn niet groot maar over de bergweggetjes schiet het niet erg op. Na 360 km 18(!) ltr getankt voor € 18(!), nog voordeliger dan LPG thuis. Wijn en wijntoerisme waren teleurstellend. Bij ieder restaurant vroegen we om lokale wijn, maar de blikken van de bediening zeiden meer dan 1000 woorden. Een keer stond er een wijn van Fuerteventura op de kaart. Een witte uit 2010 maar de zuren lagen er zo dik bovenop dat hij wel aangezuurd moest zijn en niet op een elegante manier. Een dag geprobeerd een wijnroute te doen in Monte Lentiscal. Het Casa Museo del Vino in Santa Brígida zag er van buiten mooi uit maar binnen was niets te zien of te proeven. We kregen het advies om de bodega’s vooraf te bellen maar nergens werd de telefoon opgenomen. De Bodega’s die langs onze route lagen, waren onvindbaar of hadden de poort hermetisch gesloten, jammer. Gelukkig is er in de regio heel wat te zien.
Pulpito con mojo verde
Jardin Botanico
Jardin Botanico
De Jardín Botánico heeft bijzondere collectie cacti en hoewel het hartje winter was stond er heel wat in bloei. De Bandama krater en bergdorp Teror zijn de moeite van een bezoek zeker waard.

Teror